22.12.04

Henk Binnendijk: "God heeft de voerbak zo laag gezet dat iedereen er bij kan"

Deze zondagmorgen (en het begin van de middag - want we zijn naar de late dienst van 11:30 uur gegaan...) hebben we geluisterd naar Henk Binnendijk. Uitgangspunt voor deze preek is een tekst die vrijwel iedereen kent: Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:16) Ik mocht opnieuw ervaren dat zelfs de bekendste bijbeltekst keer op keer tot je hart kan spreken!
Volgens HB was het vandaag de donkerste zondag van het jaar. Buiten was daar - op deze stralende zondagmorgen - niets van te merken. In de donkere dagen voor kerst verlangt ieder mens naar LICHT.
Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven... Het is vreselijk om een kind te verliezen. Het verlies van je enige kind is nog schrijnender en krijgt in de bijbel speciale aandacht (zie bijvoorbeeld Jer. 6:26; Amos 8:10 en met name Zacharia 12:10 - Paul). Van het dochtertje van Jaïrus wordt gezegd dat zij zijn enige kind was (Matt. 8:42). Jezus brengt dit kind terug tot leven. Ook van de profeet Elia wordt verteld dat hij door gebed een overleden kind tot het leven terugriep (1 Koningen 17).
Kerst is verder weg dan ooit... We stellen het Kind - Gods enige Zoon - niet langer centraal, maar kijken naar onszelf. HB stelt dat christenen het gevaar lopen te denken: God is er om voor mij te zorgen. 'Daarmee leggen we de kiem voor een werelds kerstfeest. Na verloop van tijd wordt het kerstkind zomaar ingeruild voor de kerstman.'
'God koos ook voor zijn Zoon - ten koste van ons...' Al bij het begin van de schepping zei God: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken... (Gen. 1:26). Het geheimenis van de gemeente, de bruid van Christus: wij zijn gemaakt voor Hem. God dacht: 'Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.' Gen. 2:18) Wij zijn gemaakt voor Christus.

God spaarde zijn enige Zoon niet, maar Hij spaart ons evenmin...
Sta eens stil bij het voorbeeld van Johannes de Doper; zijn ouders - Zacharias en Elisabeth - hadden hun leven lang gebeden voor kinderen. Op hoge leeftijd zijn ze zo teleurgesteld, dat zij met ongeloof reageren op de aankondiging van de geboorte van hun kind. Vanaf dat moment is Zacharias 9 maanden sprakeloos.
Waarschijnlijk hebben de bejaarde ouders van Johannes niet lang meer geleefd en moest Johannes alleen verder. Hij trok de woestijn in en kleedde zich met een kameelharen mantel. Hij had geen verkering, was nooit getrouwd en kreeg geen kinderen. Nooit had hij gewoon eten of drinken in de woestijn. Johannes was volkomen beschikbaar voor God!
De Kerstboodschap is ook: Heer, hier ben ik en ik ga ervan uit dat U mij niet zult sparen.
Johannes vertoonde zich in Israël en sprak koning Herodus aan op de keuze van zijn huwelijkspartner. Dat viel niet goed. Johannes, de man uit de woestijn - het buitenmens - belandt hierdoor in een donkere kerker. Hij zit opgesloten en ziet de buitenlucht niet meer. Hij raakt vertwijfeld en doet via zijn discipelen navraag bij Jezus: 'Heer, bent U het...?' (Matth. 11). Op de verjaardag van Herodus dans zijn dochter voor hem. De dans brengt Herodus in vervoering en hij doet en dwaze belofte: En hij bezwoer haar: ‘Wat je ook vraagt, ik zal het je geven, al was het de helft van mijn koninkrijk!’ (Marcus 6:23).
Daartoe aangezet door haar moeder, vraagt het meisje om het hoofd van Johannes de Doper - op een schaal. Zo komt Johannes aan zijn einde - en er komt geen engel die het tegenhoudt... Johannes wordt onthoofd. HB: 'Geen twijfel aan, God heeft deze grote heraut in de hemel verwelkomd'. (Maar God spaarde hem niet tijdens zijn leven op aarde).

Ander voorbeeld: Maria, de moeder van Jezus. Ze is in verwachting en krijgt van een engel te horen dat dit is gebeurd door de heilige Geest. Jozef neemt zich voor in alle stilte van haar te scheiden. God komt tussenbeide en Jozef verneemt in een droom dat Maria de waarheid spreekt. Toch zal iedereen in de omgeving hierover gefluisterd hebben. Als Maria hoogzwanger is, moet zij op reis. Er is geen enkele voorziening van Gods kant. Het kind moet in een kribbe gelegd worden, een voerbak. Na de geboorte moeten de ouders met hun kind vluchten naar Egypte.
Simeon zei al tegen Maria: 'Hij zal een teken zijn dat betwist wordt, en zelf zult u als door een zwaard doorstoken worden.' (Lucas 2:35) Maria stond niet bij het sterfbed van haar Zoon, maar bij het sterfhout. God spaarde zijn Zoon niet, God spaart ons niet.

In de hemel was Jezus ALLES. Iedereen hield van Hem. Op aarde werd Hij geconfronteerd met allerlei vijandigheid (men wilde Hem stenigen en in een afgrond duwen). Jezus wist wat Hem uiteindelijk te wachten stond en bad: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’ (Matteüs 26:39) God laat de beker niet aan Jezus voorbij gaan. Jezus gaat naar Golgotha en sterft. Gods weg is hoger.
HB: Men zegt wel eens dat je de voerbak niet te hoog moet hangen. God heeft de voerbak zo laag gezet dat iedereen er bij kan - je hoeft alleen maar te knielen. Tegelijkertijd legt God de lat heel hoog. Hij wil ons niet alleen vertroetelen en verzorgen, Hij heeft een plan met ons. We mogen genieten van Gods geschenk, want dat is Kerst. Tegelijkertijd moeten we zeggen: 'Hier ben ik Heer en ik weet dat U mij niet sparen zal'. Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ (Lucas 2:38). Wij zijn een onderdeel van Gods droom! (Genoeg stof tot nadenken voor deze Kerst...)

No comments: