13.2.05

Erik Witte: "De zorg voor kwetsbaren is onze zorg"

Vanmorgen (zondag 13 februari) waren wij te gast bij de Baptistengemeente in IJmuiden waar dominee Erik Witte sprak. Sinds onze vorige gemeente (Evangelische Maranatha Gemeente Haarlem-Noord) is opgeheven zijn een aantal familieleden ‘verhuisd’ naar deze baptistengemeente. Omdat we vandaag ook de 76e verjaardag van mijn moeder vierden hadden we een mooie gelegenheid om eens een kijkje te nemen in de nieuwe thuisgemeente van mijn ouders en verschillende familieleden.


Gebouw van de Baptistengemeente in IJmuiden

Vergeleken met onze vorige gemeenschap is de groep in IJmuiden behoorlijk groot. Vergeleken met de Meerkerk waar wij nu komen is het een kleine, gemoedelijke groep. De gemeente heeft een mooie plaats van samenkomst en de ontvangst was zeer hartelijk. Wij voelden ons direct thuis en ik ben blij dat mijn ouders en diverse familieleden deze warme plek gevonden hebben.

De dienst in IJmuiden stond in het teken van het vijftigjarig jubileum van de plaatselijke zusterkring ‘Dorkas’. De preek van dominee Erik Witte ging dan ook over Handelingen 9 waar de geschiedenis van Dorkas beschreven staat:

In Joppe woonde een leerlinge die Tabita heette, in onze taal is dat Dorkas. Ze deed veel goeds voor anderen en gaf vaak aalmoezen. Maar juist in die tijd werd ze ziek en stierf. Ze werd gewassen en in het bovenvertrek opgebaard. Omdat Lydda dicht bij Joppe ligt, stuurden de leerlingen, die gehoord hadden dat Petrus daar was, twee mannen naar hem toe met het dringende verzoek om direct bij hen te komen. Petrus ging meteen met hen mee. Na zijn aankomst werd hij naar het bovenvertrek gebracht, waar de weduwen om hem heen kwamen staan en hem huilend de tunica’s en mantels lieten zien die Dorkas nog maar pas gemaakt had. Petrus stuurde iedereen weg, waarna hij knielde om te bidden. Na het gebed draaide hij zich om naar het lichaam en zei: ‘Tabita, sta op!’ Ze opende haar ogen, en toen ze Petrus zag ging ze rechtop zitten. Hij nam haar bij de hand en hielp haar overeind, en toen hij de heiligen en de weduwen weer binnengeroepen had, liet hij hun zien dat ze weer leefde. Dit voorval werd in heel Joppe bekend en velen gingen in de Heer geloven. Petrus bleef nog enige tijd in Joppe, bij Simon, een leerlooier. (Handelingen 9:36-43)

De namen Tabitha en Dorkas betekenen hetzelfde en kunnen worden vertaald als ‘gazelle’.
Petrus bidt eerst tot God om vrijmoedigheid, daarna bidt hij: ‘Tabitha, sta op!’
Joppe is een havenstad, het tegenwoordige Jaffa. We weten verder niet zo veel over Dorkas. Ze deed in ieder geval veel goeds voor de mensen in haar omgeving; ze gaf vaak aalmoezen. Ze was ‘vol van goede werken’ – staat er in het Grieks (vers 39). Wat deed ze dan? Ze maakte zelf kleding en deelde deze kledingstukken uit aan weduwen. Ze gaf ‘aalmoezen’ – ze betoonde barmhartigheid (liefdadigheid, zorg, bewogenheid voor anderen).
Als je Jezus wilt volgen, mag je niet vastzitten aan je bezittingen. In Handelingen kun je lezen over de blijmoedige offervaardigheid van de eerste christenen. Erik Witte: Deze vrijgevigheid was een uiterlijke aanwijzing van hun innerlijke bekering.
Het verdriet van de weduwen is onvoorstelbaar. Vaak werden vrouwen in die tijd ingehuurd om te ‘weeklagen’ over een overledene, maar deze vrouwen waren oprecht verdrietig over de dood van hun weldoenster Dorkas.

U moet de rechten van vreemdelingen en wezen eerbiedigen; van weduwen mag u het overkleed niet in pand nemen. Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte totdat de HEER, uw God, u heeft bevrijd. Daarom gebied ik u zo te handelen.
Wanneer u bij de graanoogst op de akker een schoof vergeet, mag u niet teruggaan om die op te halen. Laat hem achter voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. De HEER, uw God, zal u erom zegenen in alles wat u onderneemt. En wanneer u bij de olijvenoogst tegen de takken slaat, mag u achteraf niet nagaan of u wel alles hebt. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. En wanneer u bij de wijnoogst druiven plukt, mag u niet alles nog eens nalopen. De rest is voor de vreemdelingen, weduwen en wezen. Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte. Daarom gebied ik u zo te handelen. (Deuteronomium 24:17-22)


God bekommert zich om de vreemdelingen, de weduwen en wezen – voor alle mensen die aangewezen zijn op de goedheid van anderen. Erik Witte: De zorg voor kwetsbaren is onze zorg. Vroeger heette dat in ons land ‘armenzorg’. In het bijbelboek Ruth wordt verteld over de weduwe Naomi die van de akkers van Boaz graan mocht plukken. Boaz liet zelfs expres wat meer op het land staan. Israël moet van God voor zwakkeren zorgen:

Ik zal naar jullie toe komen om recht te spreken, en ik zal niet aarzelen te getuigen tegen tovenaars en echtbrekers, tegen mensen die meineed plegen en mensen die hun dagloners uitbuiten, en tegen allen die weduwen en wezen onderdrukken en vreemdelingen geen plaats gunnen, want geen van allen hebben zij ontzag voor mij – zegt de HEER van de hemelse machten. (Maleachi 3:5)

De positie van weduwen is in ons land gelukkig verbeterd ten opzichte van vroeger. In de tijd van Handelingen 9 waren de weduwen echter volkomen afhankelijk van de goedheid en vrijgevigheid van anderen – van mensen zoals Dorkas. Erik Witte: Ook in deze gemeente staan de zusters altijd klaar om anderen te helpen. Men verzamelt kleding voor zending.
In ons land zijn veel mensen die betalingsproblemen hebben. Sommige mensen moeten geld lenen om eten te kunnen kopen. Soms heeft men zichzelf in problemen gebracht, soms hebben de schulden zich opgestapeld, soms is er sprake van drugs- of alcoholverslaving. Voor daklozen is het verkopen van straatkranten een middel om nog wat geld te verdienen. Maar ook mensen die zich inzetten voor het evangelie (zendelingen) zijn vaak afhankelijk van de ondersteuning van een vriendenkring. Is de zorg van kwetsbaren mijn zorg? We moeten onze broers en zusters helpen, maar ook ongelovigen die onze hulp nodig hebben. Vraag je daarbij af: wil je helpen? En ook: wat mag het kosten. Dorkas hoefde er niet over na te denken, zij was vrijgevig. Ze had – als ze in onze tijd had geleefd – ook haar geld uit kunnen geven aan een groter huis, een luxe auto, een nieuw mobieltje, een scooter of een dure vakantie. We mogen genieten van alles wat we hebben, maar onze keuzes hebben wel gevolgen.
Hoe blij zullen de mensen geweest zijn toen Dorkas uit de dood werd opgewekt! Volgens Jezus is het beter te geven dan te ontvangen, maar: het is óók heel fijn om te mogen ontvangen! Erik Witte: noemt een voorbeeld van een gemeentelid die vond dat de voorganger nieuwe schoenen moest hebben die beter bij zijn pak pasten – hij gaf zijn eigen schoenen weg. We kunnen wel kritiek hebben op een ander, maar je kunt er ook iets aan doen. Een vrouw verkocht een erfstuk om een Poolse vrouw die incontinent was een jaarlang te helpen. Een man kwam in Indonesië en zag de armoede bij de mensen. Ter plekke besloot hij te stoppen met roken en van het geld dat hij uitspaarde onderhoudt hij tot de dag van vandaag een Indonesisch kind (als je nog motivatie nodig hebt om te stoppen met roken – denk hier dan eens aan!). Erik Witte vertelt dat hij in zijn studietijd moeilijk rond kon komen van het geld dat hij bezat. Een anonieme gever zorgde ervoor dat hij duizend gulden kreeg – voldoende geld voor een maand levensonderhoud. Dat maakt een groot verschil!
Als je werkelijk dankbaar wilt zijn, dan mag het je iets kosten. We kunnen niet de last van de hele wereld dragen, maar je kunt wel een groot verschil maken in het leven van een ander mens.

Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe. (Mattheüs 25: 35,36)

Jezus stelde zich gelijk met de minsten uit de samenleving.

Vraag aan God: Wie moet ik helpen? Wat moet ik doen? Wilt U dat ik geld geef? Als dat zo is, vraag dan ook hoeveel je moet geven. Het gebeurt vaak dat exact het benodigde bedrag gegeven wordt – op de cent nauwkeurig. Dat bemoedigt de ontvanger! Dorkas liet Gods liefde zien. Ieder mens is waardevol in de ogen van God! Stel je voor dat meer christenen zich zouden gedragen als Dorkas! Wat zou dat een verschil maken!

Aan het eind van de dienst werden de zusters van ‘Dorkas’ in het zonnetje gezet. De jongeren uit de gemeente hadden voor elke oudere zuster een roos meegenomen met een bijbeltekst die ‘iets met 50’ te maken had. Dat kon een tekst uit Filippenzen zijn (het 50e boek uit de bijbel), maar ook Psalm 100:2 (honderd gedeeld door twee is vijftig!). Ik vond het heel mooi dat jongeren zo hun liefde en respect toonden voor de oudere vrouwen in hun gemeente. Ik ben enthousiast over de Jeugdkerken die overal in het land ‘ontstaan’, maar ik vind het ook prachtig dat mensen met allerlei leeftijden en verschillende achtergronden de eenheid mogen ervaren die alleen door de Geest van God aan mensen gegeven kan worden!

Als we bij God zijn, dan zullen we Hem prijzen voor alles wat Hij gedaan heeft door oudere vrouwen. Ik ben er zeker van dat al die grijze oma’s samen een (ge)permanent leger van God vormen. Niemand let op hen, maar in stilte bidden en werken zij. In een boekje van Andy Hawthorn (oprichter van de - onlangs opgeheven - World-Wide Message Tribe uit Manchester) las ik dat opwekkingen vaak begonnen zijn door het gebed van oude vrouwen. Dank God voor de oma’s!

No comments: