9.1.05

Wigle Tamboer: "We zijn niet gemaakt om los van God te leven"

Voor ons was dit de eerste zondagdienst van 2005. Even dacht ik dat we de eerste preek uit een serie van 3 waren misgelopen (thema: 'Bidden helpt bij goede voornemens') - maar dat was gelukkig niet het geval. We hebben vanwege ons weekje in Orvelte wel de zondagochtenddienst van 2 januari gemist waar Arnold van Heusden sprak.

Deze ochtendsamenkomst begon met een verdrietige mededeling. Een lid van de gemeente was na een kortstondig ziekbed overleden. In de laatste zondagdienst van afgelopen jaar werd ons al meegedeeld dat deze man ongeneeslijk ziek was. Toen hij dit van zijn arts hoorde, zei hij: 'Wat ben ik blij dat ik Jezus ken!' Er zaten slechts 19 dagen tussen de droevige mededeling en het overlijden van deze man. Zo'n bericht aan het begin van het nieuwe jaar zet je wel aan het denken...

Wigle Tamboer besteedde ook kort aandacht aan het bericht dat bij een tragisch verkeersongeval de echtgenote van oud-minister en senator Hans Wiegel om het leven is gekomen. Ik was - zoals iedereen - geschokt over dit bericht (Hans Wiegel verloor zijn eerste vrouw in 1980 door een verkeersongeval, trouwde met de zuster van deze vrouw en nu is ook deze tweede vrouw bij een verkeersongeval om het leven gekomen. Sommige mensen worden wel heel ongenadig door het noodlot getroffen!)

We hebben - na de tsunami - in ons land gelukkig ook mogen zien dat de handen ineen geslagen werden voor het goede doel: giro 555. Ook plaatselijk hebben kinderen en volwassenen de handen uit de mouwen gestoken om geld in te zamelen en bij te dragen aan de noodhulp. De mensen hebben behoefte aan saamhorigheid en dat is - bij alle ellende - nog een lichtpuntje!

WT vertelde dat afgelopen zaterdag 8 januari de Nationale Gebedsdag is gehouden. Deze dag is georganiseerd door de Evangelische Alliantie en gaat vooraf aan de zgn. Week van Gebed. Het thema is: 'Bidden spreekt vanzelf...' De vraag is: is het gebed ook zo vanzelfsprekende voor ons?

Abraham wordt in de bijbel een vriend van God genoemd (2 Kronieken 20:7 en Jacobus 2:23). Mozes sprak met God 'van aangezicht tot aangezicht' (Exodus 34:29). Deze grote mannen uit het oude testament gingen op een vertrouwelijke manier met God om. Jezus zegt tegen zijn leerlingen: Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. (Johannes 15:15) Het gaat bij het gebed om een intieme relatie met God: van hart tot hart.
Aan het begin van het nieuwe jaar zijn veel mensen bezig met 'goede voornemens'. Vaak houden mensen hun plannen niet vol, omdat ze het zonder hulp van anderen proberen. Allerlei deskundigen geven het advies om in de context van vriendschap te strijden tegen nicotine of overgewicht.
Bidden helpt bij goede voornemens: God is méér dan een vriend; Hij doorgrondt ons en Hij is een Vriend die je niet afwijst. Omdat we bang zijn als een 'mislukkeling' gezien te worden, werken we alleen aan onze goede voornemens, of we beginnen er (uit teleurstelling of frustratie) maar helemaal niet meer aan! Een eenzame strijd eindigt zo vaak in een eenzame nederlaag.
Het helpt als je je hart wilt verbinden met Gods hart:

HEER, u kent mij, u doorgrondt mij,
u weet het als ik zit of sta,
u doorziet van verre mijn gedachten,
ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op,
met al mijn wegen bent u vertrouwd.
Geen woord ligt op mijn tong,
of u, HEER, kent het ten volle.
U omsluit mij, van achter en van voren,
u legt uw hand op mij.
Wonderlijk zoals u mij kent,
het gaat mijn begrip te boven.
Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?
Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan,
lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar.
Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad,
al ging ik wonen voorbij de verste zee,
ook daar zou uw hand mij leiden,
zou uw rechterhand mij vasthouden.
Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken,
het licht om mij heen veranderen in nacht,’
ook dan zou het duister voor u niet donker zijn –
de nacht zou oplichten als de dag,
het duister helder zijn als het licht.
U was het die mijn nieren vormde,
die mij weefde in de buik van mijn moeder.
Ik loof u voor het ontzaglijke wonder van mijn bestaan,
wonderbaarlijk is wat u gemaakt hebt.
Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
Toen ik in het verborgene gemaakt werd,
kunstig geweven in de schoot van de aarde,
was mijn wezen voor u geen geheim.
Uw ogen zagen mijn vormeloos begin,
alles werd in uw boekrol opgetekend,
aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
Hoe rijk zijn uw gedachten, God,
hoe eindeloos in aantal,
ontelbaar veel, meer dan er zandkorrels zijn.
Ontwaak ik, dan nog ben ik bij u.
(Psalm 139:1 t/m 18)

God zegt: Ik ken je, Ik wil er voor je zijn!
Vroeger begon het nieuwe jaar met kerst, later in de geschiedenis is dit naar 1 januari verschoven. God had goede voornemens en de beste wensen voor ons. De naam Jezus betekent God redt. Immanuël betekent God met ons. Maar het betekent ook: God vóór ons, God in ons! We zijn niet gemaakt om los van God te leven.
Het nieuwe jaar biedt ons nieuwe kansen. De mens is gemaakt om te verwachten, om nieuwe hoop te hebben.
WT vertelt over een Nederlandse vrouw die haar baan heeft opgegeven om een weeshuis op te zetten in Sri Lanka (ik heb een site over dit initiatief gevonden! PAUL). Het is prachtig dat mensen zo gegrepen zijn en aan het werk gaan om te helpen! Maar we zijn er ook bij bepaald dat voor onze menselijke samenleving geldt: de maakbaarheid is beperkt, de kwetsbaarheid is groot.

WT las een citaat voor uit een column over 'goede voornemens'. De schrijfster stelt dat het naïef is om te denken dat je - alleen omdat het jaartal verandert - bepaalde veranderingen zou kunnen bewerkstelligen. Hoe hoger de verwachtingen, hoe groter de teleurstelling. Maar God heeft het laatste woord: Immanuël! Hij vraagt ons: Mag Ik mijn goede voornemens met jou in vervulling laten gaan?
Wij zijn gemaakt om met God op te trekken. Er is een hand die ons leidt en een hart dat ons begrijpt. Het gebed is een vertrouwelijke omgang van hart tot hart. Het jaartal verandert, maar wij blijven hetzelfde. Tenzij er van buiten die hand komt...

Paulus was een geleerde, een man van grote discipline. Hij was een man die zichzelf in de hand wist te houden. Toch schrijft hij: Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik. (Romeinen 7:19) Even daarna vervolgt hij: Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood? God zij gedankt, door Jezus Christus, onze Heer. (vers 24, 25) WT: het is dus een kwestie van overgave.

Salomo, de wijze koning, gaf het advies: Vertrouw bij je werk op de HEER, en je plannen zullen slagen. (Spreuken 16:3)

God kent je al - Hij doorgrondt je. Waarom zou je jezelf dan niet als een open boek aan Hem toevertrouwen? Je hoeft je niet beter voor te doen, je mag komen zoals je bent!

De dienst werd met dit prachtige lied afgesloten:

Nog voordat je bestond,
Kende Hij je naam.
Hij zag je elk moment
en telde elke traan.
Omdat Hij van je houdt,
gaf Hij Zijn eigen Zoon,
Hij wacht alleen nog maar totdat jij komt.

En wat je nu ook doet,
Zijn liefde blijft bestaan.
En niets wat jij ooit doet,
verandert daar iets aan!
Omdat Hij van je houdt,
gaf Hij Zijn eigen Zoon,
en nu is alles klaar, wanneer jij komt!

Refrein:
Kom tot de Vader!
Kom zoals je bent!
Heel je hart, al je pijn
is bij Hem bekend.
De liefde die Hij geeft,
de woorden die Hij spreekt,
Hij wacht alleen nog maar,
totdat jij komt!

(Opwekking 599)

No comments: